Advocaat en christen
Mikken op zekerheid
Als Arjan Hulsbergen in 1989 aan zijn studie rechtsgeleerdheid begint, is zijn doel duidelijk. Hard studeren, goed werk leveren, een goede baan in de wacht slepen en daar genoeg geld mee verdienen om onbezorgd te kunnen leven. Als jongetje uit een na-oorlogs gezin was dit hem met de paplepel ingegoten. ‘Jongen, studeer goed, krijg een mooie baan, en zorg dat je altijd voor je gezin kan zorgen.’ hoort hij zijn vader nog zo zeggen.
Dit liet Hulsbergen al direct kiezen voor civiel recht, in plaats van strafrecht waar hij in eerste instantie voor wilde gaan. ‘Ik wilde de wereld veranderen als strafrechtadvocaat, maar omdat in de private sector toch meer geld te verdienen was heb ik daar toch maar mijn keus op laten vallen’ aldus Hulsbergen. Na zijn studie ging Hulsbergen eerst een jaar zijn dienstplicht vervullen en werd juridisch onderofficier bij de juridische militaire dienst. Daaropvolgend werd hij rechtsbijstandverzekeraar en in 1998 werd hij gevraagd om advocaat te worden bij een gerenommeerd advocatenkantoor.
Daar ging het balletje rollen, en hard ook. Binnen drie en een half jaar wist Hulsbergen een plek in de maatschap TeekensKarstens advocaten te bemachtigen, een plek waar velen op zijn leeftijd alleen nog maar van droomden. Echter, vanaf dat moment begon Hulsbergen ook meer en meer in contact met God en het geloof te komen. Zijn denkwijze en kijk op de advocatuur veranderde, en wel zodanig dat hij op een gegeven moment uit de advocatuur wilde stappen. Weg uit de zekerheid.
God als leidraad
Hulsbergen bleef, hij merkte dat God wilde dat hij bleef: ‘In een bijzondere kerkelijke ontmoeting was een spreker die vroeg naar een Arjan. Ik was de enige in de zaal. Zij vertelde mij dat ik moest blijven waar ik zat. Bijzondere tijden stonden te gebeuren.’ En zo geschiedde. Zijn secretaresse kwam tot geloof, maar daarnaast beleefde hij een mooie tijd op het kantoor. Een spannende tijd vooral, mooie zaken en spannende overnames waren aan de orde van de dag. Toch merkte hij dat God aan hem bleef trekken. Hulsbergen dacht na en ging zich beseffen waar hij het uiteindelijk allemaal voor deed. Voor het geld, vanuit de angst tekort te komen: ‘God liet mij inzien dat ik op hem moest vertrouwen, en niet op het geld dat ik verdiende als advocaat.’ Zodoende stapte Hulsbergen uit de maatschap. Op zoek naar een nieuw begin.
‘Geloof is niet iets om weg te stoppen in kerkjes. Dat heb ik wel geleerd tijdens mijn werk als advocaat.’
Vallen en opstaan
Toen Hulsbergen uit de maatschap stapte was hij er klaar voor: ‘Ik zei: God, doe maar met mij wat U wil.’ Een depressie en burn-out van een jaar volgden. Desalniettemin wist Hulsbergen met ‘de kracht van God’ zijn leven weer op te pakken. Ditmaal door te starten met een eigen kantoor. ‘Hoe God duidelijk werd in deze levensfase voor mij? Ik had bij mijn eerdere banen altijd moeite met cliënten werven, nieuwe contacten maken, een netwerk opbouwen. Nu begon ik op nul, maar vanaf dag één begonnen de cliënten binnen te stromen en heb ik nooit om werk verlegen gezeten. Weet je’, zegt hij met een lach op zijn gezicht, ‘geloof is niet iets om weg te stoppen in kerkjes. Dat heb ik wel geleerd tijdens mijn werk als advocaat. In Nederland vinden we het raar om buiten de deur religie te bedrijven. Echter, als christenen moeten wij op alle plekken van de maatschappij onze plek innemen. Dit houdt in dat wij liefde, vrede en veiligheid van God durven uit te dragen. Dan doel ik niet op ‘die kritische christen’ of iets in de trant van Sharia-wetgeving, maar gewoon een goede kwaliteit leveren. Ons best doen, ons werk eerlijk bedrijven. Op zo’n manier wordt het heel praktisch.
Geloof in de praktijk
Hulsbergen neemt nog een slok van zijn koffie terwijl hij mij indringend aankijkt. ‘Weet je, je moet niet vergeten dat wij als advocaten en juristen de macht hebben om juridisch geweld te gebruiken. Ik ben van mening dat wij dit zeer terughoudend moeten doen. Als wij dit doen, buiten rechtszalen om, dan zal de wereld om ons heen oprecht een stukje mooier worden. Als advocaat in de ‘business-advocatuur’ zit ik heel dicht bij de ondernemers. Wanneer zij in de ‘shit’ zitten, is het mooi om vanuit christelijk oogpunt allereerst oplossingen te zoeken. Denk aan buitengerechtelijke oplossingen, mediation, enzovoorts.’ Wanneer ik hem vraag of hij ooit zoiets ervaren heeft verschijnt er een glimlach: ‘een klein voorbeeldje dan. Ik ben van mening dat partijen allereerst open voor elkaar moeten staan. Wat er ook gebeurt. Als er een partij in zijn schulp trekt, is het bij voorbaat al klaar. In mijn voorbeeld was het zover. Op zijn moment kun je natuurlijk voor eigen gewin gaan en procederen, maar dit is voor mij een no-go. Ik heb met toestemming van mijn cliënt afgesproken met de advocaat van de tegenpartij. Nu bleek dat de advocaat aan de andere kant ook een christen was. Na samen te hebben gebeden en de tegengestelde belangen te hebben besproken, kwamen we erachter dat we toch allebei iets anders wilden dan van tevoren gedacht. Door op deze manier niet in de rechtszaal te belanden werd een interne crisis en een publieke afgang afgewend. Bedrijven blij, werknemers blij, ik blij. Dit vind ik een erg sprekend voorbeeld hoe je als advocaat, maar zeker als christelijke advocaat zou moeten handelen.’
Op oorlogspad, maar binnen grenzen
‘Wat ik net zei is natuurlijk een mooi voorbeeld, maar zo gaat het natuurlijk niet altijd.’ Mijn interesse is opnieuw gewekt en ik vraag wat er gebeurd wanneer het allemaal niet zo loopt zoals gehoopt en de rechter toch uitsluitsel zal moeten geven. Wat maakt u dan ‘de christelijke advocaat’?
Hulsbergen: ‘Ik schuw juridisch geweld zeer zeker niet. Uiteindelijk handel ik altijd in het belang van mijn cliënt. Dit eist ons vak altijd voor de volle honderd procent van ons. Dit gaat binnen de grenzen van de wet, het gedragsrecht en voor mij ook binnen de grenzen van mijn geloof. Of dit mij beperkt in mijn werk? Ik ervaar het zeer zeker niet zo. Dit komt omdat de normen en waarden van het christelijk geloof vrijwel naadloos aansluiten op de ‘gewone’ ethiek. De advocateneed is hier een mooi voorbeeld van. Het voordeel van de christelijke normen en waarden die ik hanteer, is dat ze bij mij als het ware ‘ingebakken’ zitten, in plaats van dat het mij zou beperken in mijn werk. Kijk, christelijke advocatuur ziet er niet ‘zo, zo en zo’ uit. Het is meer hoe je jezelf laat leiden in de positie als christen. Als het goed is profiteert de cliënt daar ook van. Deze eerder genoemde principes zijn gewoon een deel van mijzelf, maar het is niet zo dat een christelijke advocaat zich nou direct onderscheid van anderen. Ik doe wat de wet en het werk op deze manier van mij vraagt, en dat is de belangen van mijn cliënt behartigen. Binnen de advocatuur liggen er hele mooie fundamenten om deze betrouwbaar en kwalitatief hoog te houden. Deze ethiek is als christen goed te onderschrijven.
Het mes snijdt aan twee kanten
Dat de advocatuur van Hulsbergen doorsijpeld is van het geloof moge duidelijk zijn. Maar hoe helpt de advocatuur nou in zijn geloof? Wanneer Hulsbergen deze vraag hoort, zie ik een kleine twinkeling in de ogen: ‘Geloof en angst staan lijnrecht tegenover elkaar. Als advocaat begin je wel eens met je cliënt aan een avontuur waarvan je weet dat er enorm veel gezeur over je heen gaat komen, zonder te weten waar het eindigt. Vanuit angst kun je zeggen, ik ga dit avontuur niet aan. Echter, als je ze aanpakt krijg je de mooiste avonturen die je maar wensen kan. Er kunnen allerlei lastige factoren in het spel komen: cliënten, de wederpartij en zelfs de rechter kan het je lastig maken. Soms wordt je als advocaat beschuldigd en bedreigd. De vraag is hoe je hiermee omgaat. Ik kies ervoor om dit te aanvaarden, het is immers onderdeel van mijn vak. Vanuit deze situaties merk ik dat mijn geloof groeit en sterker wordt.
Stap uit de routine
Naast zijn baan als advocaat heeft Hulsbergen een onderneming in Nepal gestart. Deze onderneming zet zich in voor jonge ondernemingen, om als ware de economie een klein zetje te geven. ‘Wij werken samen met allerlei religies. Dit laat zien hoe je als ondernemer ook buiten het toga-wereldje kan stappen en anderen helpen te verbeteren. Op deze manier helpt mijn christelijke blik op de wereld mij om wijsheid te vergaren op maatschappelijk gebied, die ik later weer gebruiken kan.