Hoe meer zielen, hoe meer vreugd?
‘Veelwijverij’, zoals een polygaam huwelijk tussen een man en meer dan één vrouw ook wel op weinig charmante wijze aangeduid wordt, lijkt in Nederland al lang tot het verleden te behoren. Het sluiten van een dergelijk huwelijk wordt niet erkend door de burgerlijke stand en is strafbaar. De wens polygamie te legaliseren wordt dan ook zelden tot nooit gehoord, enkele oproepen van hippie-enclaves en vrije zielen daargelaten. Toch telt Nederland een relatief groot aantal geregistreerde polygame huwelijken, waarvan de toedracht onduidelijk is.
Wanneer enkel en alleen naar wetgeving gekeken wordt, is er geen twijfel mogelijk: naar huidig Nederlands recht is polygamie verboden.
Juridisch kader
Wanneer enkel en alleen naar wetgeving gekeken wordt, is er geen twijfel mogelijk: naar huidig Nederlands recht is polygamie verboden. Volgens artikel 1:68 Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) moeten paren voor er een religieuze huwelijksceremonie plaats kan vinden, aan de leider van de eredienst te kennen geven dat zij reeds voor de burgerlijke stand in de echt verbonden zijn. Dat de potentiële echtelieden bij het loket slechts op een omhoog getrokken wenkbrauw van de burgerlijke ambtenaar in kwestie kunnen rekenen, blijkt uit artikel 1:30 BW. Hierin wordt gesteld dat een huwelijk slechts gesloten kan worden tussen twee personen van verschillend of gelijk geslacht. In artikel 1:33 wordt nogmaals bekrachtigd dat een persoon slechts met één andere persoon tegelijkertijd in de echt verbonden kan zijn.1 Het gegeven dat een zuiver religieuze huwelijksceremonie geen rechtsgelding heeft zonder staatsrechtelijke legitimatie, is in het Burgerlijk Wetboek van 1838 naar idee van de Code Napoléon gecodificeerd, omdat men destijds bang was dat de bevolking zich er onvoldoende bewust van zou zijn dat een kerkelijke ceremonie niet direct zou leiden tot registratie door de staat.2 Hieruit volgt dat ook polygame huwelijken die met alle uiterlijke kenmerken van een religieuze huwelijksceremonie voltrokken worden, geen enkele rechtsgelding hebben.
Mocht het nu toch lukken om een polygaam huwelijk te sluiten, dan staat beide personen volgens artikel 237 Wetboek van Strafrecht een gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of een geldboete van de vierde categorie te wachten, die kan oplopen tot € 20.500. Polygamie wordt gekwalificeerd als een misdrijf tegen de burgerlijke staat. Verder kan een persoon die zijn of haar reeds bestaande huwelijk aan de wederpartij verzwijgt en hiermee een dubbel huwelijk aangaat rekenen op een gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of een geldboete van de vierde categorie.
Het is opvallend te noemen dat er ondanks de strikte wettelijke afbakening van het aantal betrokken personen in een huwelijk toch enkele alternatieven voor geregistreerd polygaam samenleven bestaan: een samenlevingscontract mag namelijk wél tussen meer dan twee partijen gesloten worden. In 2005 gaf minister van Justitie Donner toe dat dit een mogelijkheid vormt voor situaties waarin meer dan twee partijen een staatsrechtelijk erkende relatie wensen te onderhouden.3 Deze uitspraak resulteerde in een vurig Kamerdebat, waarin Donner er door Kamerleden Wilders (PVV) en Van der Staaij (SGP) prompt van beticht werd de sharia in Nederland in te willen voeren.4 Het is ter nuancering van belang om op te merken dat aan een samenlevingscontract significant minder rechten en plichten verbonden zijn dan aan een geregistreerd partnerschap of een huwelijk. Zo heeft de vader van een kind waarvan de ouders een samenlevingscontract hebben ondertekend niet automatisch het ouderlijk gezag, maar dient hij eerst het kind te erkennen. Ook is er bij een samenlevingscontract geen sprake van gemeenschap van goederen, een onderhoudsplicht of erfrechtelijke gevolgen, waar dit bij een huwelijk of geregistreerd partnerschap wel het geval is.
Ondanks de wederrechtelijkheid van een huwelijk tussen meer dan twee partijen, kwam in 2009 het bericht naar buiten dat in Nederland toentertijd maar liefst 1374 polygame huwelijken geregistreerd stonden bij de gemeentelijke basisadministratie.
Mazen in het polygamieverbod
Ondanks de wederrechtelijkheid van een huwelijk tussen meer dan twee partijen, kwam in 2009 het bericht naar buiten dat in Nederland toentertijd maar liefst 1374 polygame huwelijken geregistreerd stonden bij de gemeentelijke basisadministratie. In beantwoording van enkele Kamervragen stelde de toenmalige staatssecretaris van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties Bijleveld-Schouten dat slechts die polygame huwelijken erkend worden die in het buitenland op rechtsgeldige wijze gesloten zijn tussen niet-Nederlanders. De toelichting hierop luidde dat het van belang is om de (huwelijks-) rechten van niet-Nederlanders ook te respecteren zodra zij zich binnen de landsgrenzen begeven, tenzij dit in strijd is met de openbare orde.
Dat een polygaam huwelijk slechts dan ontbonden wordt, wanneer de Nederlandse rechtsorde er in voldoende mate bij betrokken is, bleek wederom uit een uitspraak van de Hoge Raad uit 2011, waarin bepaald werd dat het huwelijk tussen een Pakistaanse man – die een eerder huwelijk had verzwegen – en zijn nieuwe Pakistaanse echtgenote ontbonden kon worden, omdat de man en zijn eerste vrouw ten tijde van de huwelijkssluiting de Nederlandse nationaliteit bezaten en sinds 1982 in Nederland woonachtig waren.5 Het verweer van de man dat er in 1980 door de rechtbank in Arnhem een polygaam huwelijk wél werd erkend, werd van tafel geveegd met de constatering dat het daar een huwelijk tussen twee niet-Nederlanders betrof.6 Een polygaam huwelijk van dergelijke strekking zou niet als bedreiging voor de openbare orde in de Nederlandse rechtssfeer aangeduid kunnen worden, aangezien er niemand met de Nederlandse nationaliteit bij betrokken is en het huwelijk ook niet op Nederlandse bodem voltrokken werd.
Het feit dat er in 2009 ondanks de omringende wetgeving toch zo veel polygame huwelijken geregistreerd stonden, is op zijn minst curieus te noemen. Een polygaam huwelijk sluiten is strafbaar en op Nederlandse bodem volstrekt onmogelijk. Het is echter onwaarschijnlijk, maar zeker niet ondenkbaar dat het betrokkenheidscriterium omzeild kan worden, zij het alleen door niet-Nederlanders. Wanneer de partijen het polygame huwelijk voltrekken in een land waar dit rechtmatig is en zij verder nog geen enkele relatie tot de Nederlandse staat hebben, zal de Nederlandse overheid de huwelijkse rechten moeten erkennen. Als zij hierna alsnog naar Nederland emigreren moet de Nederlandse staat dit huwelijk dan ook accepteren: ten tijde van de huwelijkssluiting was er immers geen betrokkenheid bij de Nederlandse staat en prevaleren de opgedane rechten die gelden in het land van herkomst boven de Nederlandse wetgeving.
De kern van de problematiek die polygame huwelijken kenmerkt, is dat er zeer weinig betrouwbare gegevens beschikbaar zijn. Het is bekend dat er jaarlijks nog altijd polygame huwelijken bij komen, omdat deze geregistreerd moeten worden bij de gemeente zodra een migrant zich in Nederland vestigt. De exacte cijfers blijven echter in nevelen gehuld. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (hierna: CBS) houdt weliswaar een register bij van alle huwelijken in Nederland, maar polygame huwelijken worden hieruit automatisch verwijderd, omdat ze geacht worden een administratieve fout te zijn.7 Ze bestaan dus wel degelijk en worden door gemeenten erkend, maar verdwijnen vervolgens snel onder de radar.
Polygaam gehuwden in Nederland
Doordat er zo weinig gegevens beschikbaar zijn over het bestaan van de huwelijken, laat staan over de toedracht ervan, is er weinig bekend over de betrokken partijen. Aangenomen kan worden dat het immigranten of vluchtelingen betreft, aangezien een polygaam huwelijk waarbij een Nederlands staatsburger betrokken is niet erkend wordt. Er wordt dan al snel naar het islamitische geloof gewezen, omdat niet alleen veel vluchtelingen moslim zijn, maar de islam het bekendste voorbeeld is van een religie die in zijn traditioneelste vorm polygamie toestaat.8 In landen als Syrië, Irak, Iran en Afghanistan, waar het merendeel van de asielzoekers vandaan komt,9 worden polygame huwelijken bijvoorbeeld door de staat erkend. Het is dus niet ondenkbaar dat vluchtelingen die een polygaam huwelijk hebben, hier erkenning van de Nederlandse staat voor zullen ontvangen. Hier moet aan toegevoegd worden dat het niet zo is dat alle betrokkenen in een polygaam huwelijk als nareiziger naar Nederland kunnen komen; volgens het toelatingsbeleid voor vluchtelingen betreft dit slechts één vrouw en de uit haar geboren kinderen. Wanneer de echtgenoten zelf een verblijfsvergunning krijgen, ligt dit natuurlijk anders.10
Samenvattend kan gesteld worden, dat ondanks de ogenschijnlijk concrete aard van de wetgeving omtrent polygamie, er middelen bestaan om deze te omzeilen. Het gebrek aan concrete informatie over de polygame huwelijken is wat de discussie al snel de das omdoet, aangezien het onbekend is waar de partijen precies vandaan komen en of het huwelijk op vrijwillige basis gesloten is. Hoeveel van de vrouwen en meisjes in een polygaam huwelijk er zelf voor gekozen hebben om in deze constructie verzeild te raken, is onbekend, mede doordat zij zich zelden uit durven te spreken uit angst voor de consequenties, zoals sociaal isolement en verstoting door de eigen gemeenschap. Door meer transparantie te bieden over het aantal polygame huwelijken en meer onderzoek te doen naar de betrokkenen, kan én moet hier verandering in komen.
Voetnoten
- P. Vlaardingerbroek, ‘Twee nationaliteiten op één kussen, daar slaapt de overheid tussen’, Tijdschrift voor familie- en jeugdrecht 2011, p. 2-4.
- J. Van der Leun en A. Leupen, ‘Informele huwelijken in Nederland: in het echt verbonden?’, Tijdschrift voor criminologie 2013, p. 192-194.
- Aanhangsel Handelingen II 2005/06, nr. 219, p. 469.
- Handelingen II 2005/06, nr. 107.
- HR 17 juni 2011, ECLI:NL:HR:2011:BP9500.
- Rb. Arnhem 1 mei 1980, ECLI:NL:RBARN:1980:AB7577.
- J. Verlaan, ‘Jaarlijks vele polygame huwelijken’, NRC 2008.
- A. Masshour, ‘Islamic Law and Gender Equality: Could There be a Common Ground? A Study of Divorce and Polygamy in Sharia Law and Contemporary Legislation in Tunisia and Egypt’, Human Rights Quarterly 2005, volume 27, p. 568-570.
- https://statline.cbs.nl/statweb/publication/?dm=slnl&pa=83102ned (bezocht op 22 oktober 2017).
- https://webcache.googleusercontent.com/search?q=cache:0RdGvIxzvTsJ:https://www.rijksoverheid.nl/binaries/rijksoverheid/documenten/kamerstukken/2009/11/18/5629915-antwoorden-kamervragen-inzake-polygamie/2009z21449-antwoorden-kamervragen-inzake-polygamie-17447.pdf+&cd=1&hl=nl&ct=clnk&gl=nl