De aansprakelijkheid van een journalist
Wat was het geval? Columnist Harrie Verbon, in het dagelijks leven hoogleraar openbare financiën, had in een Univers-column geschreven dat vrouwen hun beroemdheid vaak aan Harvey Weinstein te danken hebben, maar dit na losbarsting van metoo opeens lijken te hebben vergeten. Een felle metoo ruzie was het gevolg, waarbij de top van Tilburg University – zo noemen ze zich daar in de provincie – zich van de column distantieerde en de redactie van Univers verdeeld bleek (de hoofdredacteur heeft zich inmiddels ziek gemeld). In deze column wil ik de Tilburgse discussie niet verder uitspitten, maar ingaan op de vraag of een foute column voor de betrokken columnist ook juridische repercussies kan hebben. Is daar geen rechtspraak over? Ja, wel degelijk is die er. Op <rechtspraak.nl> trof ik vele uitspraken aan. Wat uitvoeriger citeer ik twee actuele zaken. Op 5 december 2017 bekrachtigde het Hof den Haag, ECLI:NL:GHDHA:2017:3375 een uitspraak van de kantonrechter Rotterdam van 11 maart 2016, ECLI:NL:RBROT:2016:1812. Deze had een verklaring voor recht dat een column “De burgemeester tobt met een dilemma” van G. de Wijs in de Amersfoortse Courant onrechtmatig was, afgewezen. De column luidde als volgt:
‘Van een psychopathische provocateur kun je een strijd namelijk nooit winnen. Die zuigt, ettert en daagt uit’
“Nergens is meer geld voor, maar juist nú wordt de Gemeente … door de rechter gedwongen om 4000 euro schadevergoeding te betalen aan de veroordeelde pedoseksueel… . Hij woont nog altijd in een appartement op de bovenste verdieping van woonzorgcentrum …. De rechter vindt dat onze burgemeester het adres van … niet bekend had mogen maken, terwijl … nota bene zélf contact heeft gezocht met de media om zijn verblijfplaats te onthullen. De burgemeester tobt met een dilemma: de ex-gevangene beschermen of de overige buurtbewoners beschermen. In dezelfde flat aan de … zit namelijk op de begane grond kinderdagverblijf … en iets verderop is een buitenschoolse opvang. Ook is er een jongerenhuis met kamertraining in de buurt. De burgemeester meldt via zijn weekvideo dat dit alles ‘naar de heer … is gecommuniceerd.’ Nou, dan weet je wel hoe laat het is. Iets is naar iemand gecommuniceerd. Stront aan de knikker, impasse.
… besteedt veel geld aan externe specialisten voor advies.
Nu had de burgemeester ook beter een gerenommeerde conflictbemiddelaar kunnen consulteren. Van een psychopathische provocateur kun je een strijd namelijk nooit winnen. Die zuigt, ettert, en daagt uit (plaatst bijvoorbeeld een foto van peuters van … op zijn weblog). En vooral: hij is ziek, zwak en zielig. Hij verwijt de buurtbewoners het koesteren van ‘onderbuikgevoelens’, kan niet tegen stress maar wijst elk gesprek en elk aanbod dat zou kunnen leiden tot verbetering van zijn welzijn consequent af. Ook de meest ervaren reclasseringsambtenaar strandt in wanhoop bij dit soort gehaaide manipulators.
Afgelopen dinsdag stond er in … een uitvoerig interview met… . Grote foto erbij waarop we hem uit het raam zien kijken. Het allereerste wat in het oog schiet, is de verrekijker die op zijn vensterbank ligt. Ik wil niet denken aan waar hij naar zit te gluren, want wie weet speurt deze querulant naar de volgende stressverhogende rechtszaak.
Zoals gezegd wijst het hof het hoger beroep af. Interessant is wat het hof over het karakter van een column heeft op te merken:
‘In dit geval is de gewraakte perspublicatie geschreven in de vorm van een column, welke publicatievorm veelal het karakter heeft van een korte, betrekkelijk oppervlakkige en enigszins ironische beschouwing, waarbij overdrijving niet wordt geschuwd en die bovendien provocerend en shockerend kan zijn. Een column bevat doorgaans waardeoordelen van de columnist en niet zozeer objectieve feiten (zie voor de relevantie van het onderscheid tussen waardeoordelen en feiten bijvoorbeeld EHRM 8 juli 1986, ECLI:NL:XX:1986:AC0448, r.o. 46). Daarom is in een column over het algemeen meer toelaatbaar dan in andere publicaties: een columnist heeft een grotere vrijheid om te simplificeren, uit te vergroten, te overdrijven en gebruik te maken van scherpe bewoordingen dan een (onderzoeks)journalist. De vrijheid van meningsuiting is echter ook in een column gebonden aan grenzen, die onder meer hierin zijn gelegen dat gebezigde bewoordingen niet nodeloos grievend mogen zijn of bedoeld om een persoon te kwetsen (HR 29 november 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ6731), terwijl columnisten bij het uiten van hun persoonlijke mening over personen geen kwalificaties mogen bezigen of vergelijkingen mogen treffen waartoe de feiten in redelijkheid geen aanleiding geven’ .
Een tweede recent voorbeeld:
Op 25 februari 2015 heeft gedaagde op de door haar geëxploiteerde website horses.nl een column van onder de titel ‘Het heilige reisdocument’ (hierna te noemen: column 2015) geplaatst. In deze column staat onder andere het volgende:
‘Zo pietluttig als officials bij controle elk onnozel detail besnuffelen, zo lukraak worden de officiële identificatie- en registratiebewijzen de paardenwereld in geslingerd. Het staat zeker niet vast dat de organisatoren van de faillissementsveiling van Stalhouderij … en een dienstdoende chipper iets met elkaar hebben afgesproken, maar er hangt wel degelijk een verdacht luchtje aan de manier waarop hyperlink verwijderd … . Het EASP (…) verstrekte kort voor de veiling bij de pony een paspoort nadat een dierenarts er een chip in had gedrukt. Deze dierenarts had geen oog voor de misvormde hoeven en de pijn die deze pony moet hebben gehad en hij stelde de leeftijd vast op vijf jaar. Terwijl het gebit en de betrokkenen van stal … toch echt de waarheid vertellen: minstens tien jaar ouder. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat zelfs een eerbiedwaardig stamboek als het NRPS moet toegeven dat bovenstaande hen óók had kunnen overkomen. Stamboeken varen blind op de betrouwbaarheid van paspoortconsulenten en dierenartsen. En heej, die blijken niet allemaal volledig betrouwbaar te zijn. (…) Dit laatste is wat mij betreft nog het meest naargeestige aspect aan de tragedie rond de als EASP-er gestorven Shetlandpony. Ik begrijp dat een stamboek afhankelijk is van de informatie die een consulent of dierenarts doorgeeft. Maar als een dierenarts daarbij duidelijk uit de bocht vliegt, moet hijzelf de laan uit vliegen. In plaats daarvan neemt EASP- toezichthouder in Den Haag eens op zoek gaat naar het deksel van deze beerput.’
De voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland achtte op 7 december 2017, ECLI:NL:RBNNE:2017:4685 deze column onrechtmatig en veroordeelt gedaagde om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis een rectificatie te plaatsen op de website horses.nl en deze gedurende een maand daarop geplaatst te houden, en wel op dezelfde plaats als de column en in dezelfde opmaak en lettertype.
Gaan we wat verder terug in het verleden dan treffen we een rijke jurisprudentie aan, die hier slechts kan worden aangestipt. Ik ontleen dit overzicht aan de tekst bij O.M.B.J. Volgenant in de losbladige Onrechtmatige daad (supplement van oktober 2017). ‘De nar in de tegenwoordige tijd, die – bijna – alles mag zeggen, is naast de cabaretier [volgens Volgenant] de columnist, die door woordgebruik, overdrijving en uitvergroting extra aandacht vraagt voor zijn meningen of waardeoordelen’. De columnist heeft daarbij een grote mate van vrijheid. Dat blijkt uit de jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de mens – zie de uitspraken van 8 juli 1986, NJ 1987, 901 (Lingens/Oostenrijk), 6 mei 2003, Mediaforum 2003/28 noot L Dragstra (Perna/Italië) en 23 juni 2009, nr 38435/05 (Brodozic & Vujin/Servië). Ook de Hoge Raad oordeelt in deze zin: HR 29 november 2011, NJ 2012/37 noot Dommering: ‘Gelet op het feit dat een column veelal het karakter heeft van een korte, betrekkelijk oppervlakkige en enigszins ironisch beschouwing, waarbij overdrijving niet wordt geschuwd en bovendien provocerend en shockerend kan zijn, geniet een columnist een grote mate van vrijheid’. Daarmee is de column niet een vrijplaats, aldus het Van Gasteren-arrest van 18 januari 2008, NJ 2008/274 noot Dommering: ‘De stelling dat een column een vrijplaats is, is niet juist. Indien voor het publiek duidelijk is dat de uiting ertoe strekt een opinie naar voren te brengen, moeten aan de beoordeling van de rechtmatigheid daarvan andere eisen worden gesteld dan wanneer het gaat om een feitelijk relaas’. Zo oordeelde het Hof Amsterdam dat niet ongebruikelijk is dat juist in een column – hier in Nieuwe Revu over de voorzitter van een carnavalsvereniging – maatschappelijke verschijnselen op uitvergrote – en daardoor ongenuanceerde – wijze aan de kaak worden gesteld: ECLI:NL:GHAMS:2016:812. Studenten moeten blijkens Rb. Amsterdam 2 juni 2008, Mediaforum 2008/26 helemaal op hun qui vive zijn: ‘Ook speelt een rol dat verdachte een column schrijft voor het blad van de Hogeschool van Amsterdam. Dit blad wordt gelezen door onafhankelijk denkende jonge mensen, van wie een kritische instelling mag worden verwacht’.
De vrijheid van meningsuiting is echter ook in een column aan grenzen gebonden.
Maar niet alles mag: ‘De vrijheid van meningsuiting is echter ook in een column aan grenzen gebonden, welke onder meer hierin zijn gelegen dat de uitingen niet zijn gedaan met de bedoeling een ander te kwetsen en dat de met het oog op het te dienen belang gebezigde bewoordingen niet nodeloos grievende zijn’ – Rb. Groningen 14 mei 1997, KG 1997/198 noot Schuijt.
Er is nog veel meer jurisprudentie, maar de geciteerde uitspraken zijn voldoende representatief om tot het oordeel te komen dat columnisten zoals de Tilburgse hoogleraar zich vermoedelijk geen zorgen behoeven te maken. Zij beschikken over een grote mate van vrijheid. Deze vrijheid is niet onbegrensd, maar dat zal duidelijk zijn.
Door: Prof. mr. E.H. Honidius.