‘Red een pandje, bezet een pandje’: kraken als oplossing voor de woningnood?
Inleiding
Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) waren bestaande koophuizen in oktober 18,3 procent duurder dan een jaar eerder.i De index lag in oktober 2021 mede door het tekort aan woningen op het hoogste niveau ooit.
Hoewel er een tekort aan woningen is, blijkt uit onderzoek van het CBS dat er op 1 januari 2019 91.500 woningen leeg stonden, waarvan 33.000 langdurig.ii Het lijkt op het eerste gezicht een simpele oplossing: mensen zonder een vaste woonplek kunnen tijdelijk verblijven in een leegstand pand, totdat dit wordt gesloopt of verbouwd. Dit fenomeen staat ook wel bekend als kraken. Sinds de inwerkingtreding van de Wet Kraken en Leegstand in 2010 is het echter verboden om te kraken, volgens artikel 138a van het Wetboek van Strafrecht.
In dit artikel zal worden uiteengezet wat de Wet Kraken en Leegstand 2010 inhoudt en welke gevolgen de wet met zich meebrengt. Ook zal er worden ingegaan op de rechten van krakers.
Geschiedenis van kraken
Het fenomeen ‘kraken’ ontwikkelde zich in de jaren ‘60, toen er eveneens sprake was van woningnood. In 1964 berichtte het Amsterdamse studentenblad Propria Cures over de onbewoonbaar verklaarde woningen in de wijk Kattenburg.iii Hoewel de bewoners al werden ontruimd, liet het slopen van de woningen nog jarenlang op zich wachten. Studenten werden door het studentenblad sterk aangemoedigd om de leegstaande panden te bezetten in de tijd voor de sloop. Het jaar daarop werden panden aan de Generaal Vetterstraat in Amsterdam-West, die op de planning stonden om gesloopt te worden, gekraakt door enkele studenten.iv De bezetting en daarmee ook de woningnood onder jongeren werd voor het eerst opgemerkt door de media.v
Een ander memorabele ontwikkeling van de kraakbeweging was de anarchistische protestbeweging Provo (afgeleid van provoceren).vi vii De beweging was als het ware een ludieke heropleving van het (geweldloos) anarchisme, dat zich uitte in het provoceren van gevestigde autoriteiten. In het zevende nummer van de Provo, werd een Subversieve brief opgesteld, waarin werd aangespoord tot het opblazen van de IJ-tunnel, het liquideren van overheidsmisdadigers en het ingooien van ruiten van genoemde personen.viii De redactie van de Provo werd kort hierop gearresteerd.
Ook staat de Provo bekend om haar Witte Plannen.ix Door de reformistische Witte Plannen wilden de provo’s aantonen hoe de maatschappij zou kunnen zijn, maar ook moesten de provocaties laten zien hoe de maatschappij in werkelijkheid was. In het Witte Woningenplan kwamen oplossingen voor de woningnood, zoals het ter beschikking stellen van sloopwoningen en het bewoonbaar maken van lege kantoor- en bedrijfsruimten. x xi Deze Witte Plannen hadden als doel om prikkelend over te komen bij de Nederlandse bevolking, maar de plannen bevatten ook praktische maatregelen.
Leegstandwet
Vanaf 1975 groeide de kraakbeweging sterk. Niet alleen omdat het aantal leden groeide, maar ook omdat er nu een betere organisatie was gevormd en er steun kwam van allerlei maatschappelijke organisaties.xii In 1980 werd een concept Leegstandwet ingediend, met als doel om maatschappelijk onaanvaardbare leegstand van woningen en andere gebouwen krachtig terug te dringen.xiii De wet zou moeten voorzien in een verplicht leegstandsregister voor woonruimte in elke gemeente, een verplichting voor eigenaren van woonruimte tot het melden van leegstand, een strafrechtelijke bescherming tegen kraken, een vergemakkelijking van het vorderen van het gebruik als woonruimte en een regeling voor tijdelijke verhuur. Een deel van de wet is niet doorgevoerd, doordat de verplichte leegstandadministratie een te grote last zou opleveren.xiv
Wat houdt de Wet kraken en leegstand in?
Kraken is in Nederland per 1 oktober 2010 verboden. De wettelijke grondslag hiervoor is te vinden in artikel 138a van het Wetboek van Strafrecht, en de bevoegdheid tot ontruiming in artikel 551a van het Wetboek van Strafvordering. Volgens de memorie van toelichting was de aanleiding tot het wetsvoorstel de ontruiming in Amsterdam in mei 2008.xv Dit ging gepaard met geweld, waarbij 51 krakers werden aangehouden en er allerlei wapens werden aangetroffen. De initiatiefnemers stelden dat kraken een vorm van eigenrichting is, waarbij het eigendomsrecht intens wordt aangetast.xvi Ook zagen zij het toe-eigenen van leegstaande panden door middel van kraken als het bedienen van het “recht van de straat”.xvii Dit zou in strijd zijn met waar men voor staat in de Nederlandse democratische rechtsstaat. Ook stelden de initiatiefnemers dat leegstaande panden in veel gevallen ernstig beschadigd en verwaarloosd werden, wat voor de rekening van de eigenaar kwam.xviii
Wat zijn de gevolgen van de Wet kraken en leegstand?
De Wet kraken en leegstand heeft het nodige gewijzigd aan het Wetboek van Strafrecht. Zo werd kraken niet meer gekwalificeerd als een overtreding, maar als een misdrijf. Dit zou zorgen voor afschrikking, zodat men minder snel geneigd is om te kraken.xix
Artikel 138a van het Wetboek van Strafrecht is een wijziging ten opzichte van het oude artikel 429sexies van het Wetboek van Strafrecht. Het oude artikel stelde kraken gedurende het eerste jaar van leegstand als overtreding strafbaar. Als een pand dus meer dan één jaar leeg had gestaan, was het kraken van dat pand voorheen niet meer strafbaar. Met de nieuwe wet werd dit verschil dus tenietgedaan: kraken is inmiddels hoe dan ook strafbaar, hoe lang een pand ook leeg staat. In het licht van de woningnood is het de vraag in hoeverre dit wenselijk is. Een pand dat meer dan een jaar niet wordt gebruikt kan een oplossing bieden voor mensen zonder een vaste woonplek.
Hoewel het lijkt alsof de Wet kraken en leegstand is opgesteld om krakers af te schrikken, dient het ook enigszins als bescherming. De Hoge Raad deed in oktober 2009 uitspraak over de rechtmatigheid van de tot dan toe gevoerde strafrechtelijke ontruimingspraktijk van kraakpanden.xx xxi De Hoge Raad stelde dat een kraker beschikt over een huisrecht met betrekking tot het pand. Dus, wanneer een pand wordt ontruimd, wordt er een inbreuk gemaakt op een grondwettelijk en verdragsrechtelijk beschermde recht (art. 12 Gw juncto art. 8 EVRM). Dit dient te berusten op een in een formele wet neergelegde en daarin voldoende kenbaar en voorzienbaar omschreven bevoegdheid (waar de artikelen 123 Ro en art. 3 Politiewet niet aan voldoen). Kortom, opsporingsambtenaren hadden toentertijd niet de juiste wettelijke grondslagen om een pand te kunnen ontruimen. De uitspraak van de Hoge Raad omtrent de Wet kraken en leegstand is dus een bekrachtiging van het huisrecht van de kraker.
Wet handhaving kraakverbod
In 2021 is een wetsvoorstel van de VVD en het CDA aangenomen, waardoor krakers sneller ontruimd kunnen worden.xxii Er kan strafrechtelijk sneller worden ingegrepen indien er sprake is van verdenking van kraken. In de huidige regelgeving wordt er eerst een aankondiging van ontruiming meegedeeld, waarna krakers een kort geding konden aanspannen bij de voorzieningenrechter.xxiii In de gewijzigde versie van artikel 551a van het Wetboek van Strafvordering beslist de rechter-commissaris binnen drie dagen op de vordering tot ontruiming van de officier van justitie.xxiv De termijn van acht weken die momenteel geldt komt te vervallen. Voor krakers is dit zeer onwenselijk, omdat zij het pand in korte tijd dienen te verlaten. Het is ook opmerkelijk dat het wetsvoorstel in 2021 werd ingediend, terwijl de maatschappij kampt met woningnood. Zoals eerder genoemd staan 33.000 panden langdurig leeg.
Rechten van krakers
Artikel 138a van het Wetboek van Strafrecht heeft het kraken van een pand algeheel strafbaar gesteld. Indien een kraker toch verblijft in een pand, schendt hij het eigendomsrecht van de eigenaar. Heeft een kraker zelf ook rechten?
Allereerst kunnen krakers zich beroepen op hun recht op huisvesting. Dit is gecodificeerd in artikel 12 van de Grondwet (Gw), en artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Een ieder heeft een huisrecht, waardoor er niet direct kan worden overgegaan tot ontruiming. Het wetsvoorstel handhaving kraakverbod maakt het mogelijk om strafrechtelijk in te kunnen grijpen bij verdenking van kraken. In een uitspraak van het hof in Den Haag, treedt de ontruimingsbevoegdheid in art. 551a Sv pas in als het verblijf ook daadwerkelijk wederrechtelijk is. De enkele verdenking is onvoldoende. Krakers moeten dus eerst in de gelegenheid worden gesteld om tijdig een kort geding in te stellen bij de voorzieningenrechter, zodat er kan worden vastgesteld of er sprake is van wederrechtelijk verblijf in het pand.
Dit sluit goed aan op artikel 13 EVRM, waar het recht op een daadwerkelijk rechtsmiddel wordt opgenomen. Artikel 13 kan slechts worden ingeroepen in combinatie met een ander verdragsrecht; in dit geval, artikel 8 EVRM. Het nieuwe wetsvoorstel beperkt krakers in hun vrijheid om een kort geding aan te kunnen spannen bij de voorzieningenrechter en een beroep te doen op hun huisrecht, aangezien de rechter-commissaris binnen 3 dagen kan beslissen op een vordering tot ontruiming van de officier van justitie. Echter, als er even goed wordt gekeken naar het eerste lid van artikel 12 Gw, kan worden geconstateerd dat de ontruimingsbevoegdheid in artikel 551a Sv een beperking kan vormen op het huisrecht. Het huisrecht kan dus opzij worden geschoven, omdat er sprake is van een wet in formele zin, die het mogelijk maakt om in korte tijd een pand te ontruimen.
De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM) is in 1949 als besluit aangenomen door de Verenigde Naties (VN). De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens is niet bindend, maar heeft een belangrijke taak als de belangrijkste internationale standaard van mensenrechten (VN). Artikel 25 van het UVRM stelt dat een ieder recht heeft op een levensstandaard, die hoog genoeg is voor de gezondheid en het welzijn van zichzelf en zijn gezin, waaronder inbegrepen huisvesting. Artikel 12 stelt dat niemand onderworpen zal zijn aan zijn privacy, familie of huis.
Het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten (IVESCR) is een verdrag, wederom van de Verenigde Naties, dat een bindende versie is van het UVRM. Nederland heeft het verdrag ondertekend en geratificeerd in de jaren ’70, en is thans gebonden aan het verdrag. Daarom kan een ieder zich beroepen op artikel 11, eerste lid IVESCR, waar het recht op behoorlijke huisvesting wordt erkend. De Staat zal gepaste maatregelen moeten nemen om dit recht te waarborgen.
Bovendien kunnen krakers zich beroepen op strafprocesrechtelijke beginselen, zoals het recht op rechtsbijstand (art. 28 Sv), zwijgrecht (art. 29 Sv) en de onschuldpresumptie (art. 6 lid 2 EVRM). De onschuldpresumptie schuurt met het gegeven dat er al strafrechtelijk kan worden ingegrepen, indien er sprake is van een vermoeden van kraken. Er is dan nog geen vastgesteld bewijs, waardoor er niet aan de delictsomschrijving in artikel 139a Wetboek van Strafrecht wordt voldaan, maar het pand zal alsnog worden ontruimd.